Mat. 1:16 Maria baarde Jezus. Jozef wordt haar man (Gr:
aneer) genoemd. Maria's schoonvader heette Jakob.
Mat. 1:18,20 Maria was ondertrouwd (verloofd) met Jozef, maar kwam nog niet met hem samen. Dat wil zeggen, ze woonde nog niet met hem samen en had dus ook geen sexuele relatie met Jozef. Toch werd ze ook al de
vrouw (Gr:
gunee) van Jozef genoemd. Verloving in die tijd had een veel meer bindend karakter dan tegenwoordig. Wie
ondertrouwd was, gold in wezen al als getrouwd.
In die tijd van verloving bleek Maria zwanger te zijn uit de heilige Geest. Wat in haar verwekt was, was uit de heilige Geest. Maria's zwangerschap dus is direct door de heilige Geest bewerkt, zonder tussenkomst van een man. Het gaat om een maagd die zwanger werd.
Mat. 1:23 Maria's zwangerschap was vervulling van de profetie dat een maagd (Gr:
parthenos) zwanger zou worden en een zoon baren. (zie Jes. 7:14) Critici zeggen soms dat het woord
parthenos gewoon
meisje betekent, niet
maagd. Dat lijkt me een vrij zinloze discussie, want er waren tijden waarin je er nornaal gesproken van kon uitgaan dat meisjes nog maagd waren. Bovendien laat de context zien dat het om een meisje ging die niet door sexuele omgang met een man zwanger werd, maar door direkt ingrijpen van God.
Mat. 1:19-20 Om Maria te beschermen en te zorgen dat Jozef met haar zou trouwen, stuurde God een engel des Heren naar Jozef. Wanneer gebeurde dit? Toen
bleek dat Maria zwanger was. Dit zou misschien kunnen zijn geweest direct nadat de engel Maria liet weten dat ze zwanger zou worden, en voordat ze zeer kort daarop naar haar verwante Elisabet ging; maar zou Matteus dan hebben gezegd dat ze zwanger
bleek te zijn? Het lijkt me waarschijnlijker dat het
bleek nadat Maria drie maanden bij Elizabet was geweest, en terugkeerde naar Nazaret. Toen moest ze het Jozef wel vertellen, en toen had ze al een paar menstruaties gemist. Ik vermoed dat ze zwanger werd zeer kort nadat ze zich gelovig als de dienstmaagd van de Here aanbod.
De term
engel des Heren suggereert dat het een belangrijke engel was die Jozef bezocht. Bij Lukas blijkt Gabriel de bemiddelende engel te zijn in verband met de geboorte van Jezus , dus daar mogen we in het geval van de verschijningen aan Jozef ook aan denken.
Mat. 1:19,24-25 Maria was met een rechtschapen man getrouwd die God gehoorzaamde. hij nam, op voorspraak van de engel, Maria tot zich als vrouw (Gr:
gunee). Dat wil zeggen, ze gingen nu gehuwd samenwonen. Echter, Jozef had geen sexuele gemeenschap met Maria (hij
kende haar niet)
voordat ze (Gr:
heoos) Jezus gebaard had. In zekere zin leefden ze dus nog als ondertrouwden samen; dat is wellicht de reden waar ze in Lukas 2, als ze naar Bethlehem gaan, nog ondertrouwd worden genoemd - en dat terwijl Maria toen al hoogzwanger was. Het lijkt me meer voor de hand liggen dat Jozef zo snel mogelijk na het vizioen van de engel met Maria trouwde, om te voorkomen dat omstanders zouden denken dat het kind dat ze droeg niet het zijne was. Hij wilde immers voorkomen dat ze in opspraak kwam.
De zin dat Maria geen gemeenschap met Jozef had
voordat (Gr:
heoos) ze haar zoon Jezus baarde, duidt erop dat ze dat daarna
wel had. Ik volsta met te wijzen op Mat. 2:9. De ster ging de wijzen uit het oosten voor
totdat (Gr:
heoos) zij kwam en stond boven de plaats, waar het kind was. Dit betekent dat de ster hen daarna niet langer voorging. Daarna lees je ook niet meer over die ster; de wijzen gingen zonder leiding van de ster terug naar hun land.
Het
voordat, of
totdat (Gr:
heoos) begrenst de ervoor genoemde actie. Zoals de ster niet langer aan de wijzen vooruit ging nadat die boven het huis stilhield, zo stopte de sexuele onthouding van Maria en Jozef nadat hun eerste zoon was geboren. Als deze lezing, die zich uit de tekst opdringt, onjuist is, moeten daar wel heel goede argumenten voor worden aangevoerd.
Mat. 2:1, 10-12 Maria baarde Jezus in Bethlehem. Daar maakte ze mee dat ze in het huis (Gr:
oikia) waar ze verbleven bezoek kregen van wijzen uit het oosten, die door een ster naar dat huis werden geleid. Die wijzen vielen neer en bewezen Jezus hulde, en boden Hem geschenken aan. Jezus stond hierbij centraal.
Mat. 2:13-15 Een engel des Heren verscheen Jozef in een droom om te zeggen dat hij met het kind en zijn moeder naar Egypte moet vluchten. Maria werd dus door Jozef met haar zoon mee naar Egypte genomen, waar ze enkele jaren zou verblijven.
Mat. 2:19-23 In Egypte kreeg Jozef opnieuw een droom waarin een engel des Heren verschijnt. Die zegt dat hij het kind en zijn moeder moet meenemen naar Israel. Daar aangekomen wordt Jozef opnieuw in een droom gewaarschuwd; hij wilde terugkeren naar Bethlehem, waar ze een poosje gewoond hadden, maar omdat het daar niet veilig was, keerden ze terug naar hun geboorteplaats, Nazaret.
De rechtschapen Jozef lijkt in deze beschrijving van Matteus een veel centralere rol te spelen dan Maria. De engel van de Heer verschijnt steeds aan hem, niet aan Maria. Het zou kunnen dat de extra aandacht voor Jozef vooral samenhangt met de behoefte van Matteus om duidelijk te maken dat Maria geen verhaaltjes ophing over haar maagdelijke zwangerschap. Haar rechtschapen, Godvrezende echtgenoot kreeg bij herhaling bezoek van engelen die hem het verhaal van Maria bevestigden.
De extra aandacht voor Jozef hoeft niet te betekenen dat hij de hoofdpersoon in het verhaal is. Hij is de handelende persoon, ten behoeve van
het kind en diens moeder. Die omschrijving van Maria en haar kind als
het kind en zijn moeder lijkt op een aanduiding van eerbied voor die twee. Opvallend daarin is dat het in de eerste plaats gaat over het kind Jezus, niet over diens moeder Maria.