maandag 6 oktober 2008

3. Maria en kerst III: bij Lukas 2

Lukas 2:4 Jozef ging naar Bethlehem om zich te laten inschrijven in de burgerlijke stand van het Romeinse rijk. Hij ging naar Bethlehem omdat hij uit het geslacht van David was. Hij ging samen met Maria - met wie hij toen nog ondertrouwd (verloofd) was. Maria was toen al zwanger. Hoogzwanger, zoals zal blijken. In dit verband is het wel erg vreemd dat we lezen dat ze toen nog ondertrouwd waren. Betekent dit wellicht dat ze toen wel getrouwd waren maar dat het huwelijk nog niet voltrokken was, dwz, er had nog geen sexueel verkeer plaatsgevonden? Ik kan me dat voorstellen. Een andere optie is dat ze inderdaad ondertrouwd naar Bethlehem gingen, en dat ze daar trouwden.

Zomaar een gedachte: Natuurlijk gingen Jozef en Maria naar Bethlehem om zich te laten inschrijven, maar zouden ze ook naar Bethlehem zijn gegaan om te voorkomen dat ze in Nazareth door zouden hebben dat Maria zwanger was buiten het huwelijk met Jozef om? Zouden ze in Bethlehem extra lang gebleven zijn, om daar het kind te krijgen?

Lukas 2:6 In Bethlehem waren Maria's dagen vervuld, dat wil zeggen, de negen maanden waren om, en ze ging baren. Ze baarde haar eerstgeboren zoon (Gr: proototokon). Die term lijkt er alleen op te duiden dat ze daarna nog meer kinderen kreeg.

Lukas 2:16 Maria maakte mee dat, terwijl ze haar kind net had gebaard, herders langskwamen die vertelden dat ze van engelen gehoord hadden dat de Heiland was geboren, Christus, de Here. (zie Lukas 2:11-12) Dit moet Maria en Jozef enorm hebben bemoedigd, want hun situatie was heel kwetsbaar.

Lukas 2:19 Maria bewaarde al deze woorden, ze overwegende in haar hart. En daarom kon ze dit later ook aan anderen vertellen, waardoor het door Lukas kon worden opgeschreven.

Lukas 2:21 Maria en Jozef lieten hun zoontje besnijden op de achtste dag, en noemden hem Jezus. Dit gebeurde waarschijnlijk nog in Bethlehem.

Lukas 2:22-24 Maria en Jozef hielden zich aan de wet van Mozes over de rituele reiniging na de zwangerschap (zie Levitikus 12:2-4). Ook dat deden ze in Bethlehem. Daarna brachten ze het kind naar de tempel in Jeruzalem om hem aan de Here voor te stellen. Dit in overeenstemming met wat Exodus 13:2 zegt, namelijk dat elk eerste mannelijke kind heilig is voor de Here. Ook brachten ze een klein offer, in overeenstemming met Levitikus 12:6-8. Maria en Jozef hielden zich blijkbaar aan de wetten van God; dat verbaast ons niet, want we zagen al dat Maria een gelovige jonge vrouw was, en in Matteus wordt Jozef rechtschapen genoemd.

Lukas 2:25-33 Maria en Jozef stonden versteld over de woorden van Simeon, een vrome man, die door God naar de tempel werd geleid om Jezus te zien. Maria stond versteld over zijn woorden, want Simeon profeteerde over Jezus, het heil voor alle volken.

Lukas 2:34 Simeon zegende Maria, Jozef en Jezus, en zei over Maria, in verband met haar kind:
....en door uw eigen ziel zal een zwaard gaan.
Lukas 2:39 Toen Maria en Jozef alles wat de wet voorschreef hadden gedaan, keerden ze terug naar Nazaret.

Lukas 2:40,52 Maria beleefde dat ze wel een heel bijzonder kind had. Hoe zal ze dit ervaren hebben? Het moet niet eenvoduig zijn geweest dit kind op te voeden.

Lukas 2:41-46 Elk jaar reisden Maria en Jozef met Jezus naar Jeruzalem om het paasfeest te vieren, samen met allerlei verwanten en kennissen. Toen Jezus 12 jaar oud was, raakte hij onderweg zoek. Voor Maria moet het een verschrikkelijk zaak zijn geweest dat ze haar 12-jarige zoon kwijt was; drie dagen zocht ze hem. Hij bleek in de tempel te zijn.

Lukas 2:48 Maria vroeg aan Jezus waarom hij hen dit had aangedaan. Ze moet wanhopig zijn geweest. Samen met Jozef had ze Jezus gezocht met smart. Opvallend is dat dit vertaald is als: Waarom hebt Gij ons dit aangedaan. Vanwaar deze beleefdheidsvorm? En waarom spreekt Maria over uw vader, als ze haar 12-jarige zoon aanspreekt? Er is geen aanleiding in het Grieks om voor deze beleefdheidsvorm te kiezen: alsof Maria niet op een normale manier tot Jezus zou hebben gesproken.

Lukas 2:49 Jezus vermaant Maria en Jozef:
Waarom hebt gij naar mij gezocht? Wist gij niet dat ik bezig moet zijn met de dingen mijns Vaders?
Met die uitspraak lijkt Jezus zich al van zijn ouders te distantieren, als voorbode van zijn latere leven en sterven. Voor Maria moeten dit moelijke woorden zijn geweest. Wellicht dacht ze toen al aan de profetie van Simeon, dat door haar ziel een zwaard zou gaan.

Lukas 2:50-51 Jozef en Maria begrepen die woorden van Jezus niet, maar Maria bewaarde al deze woorden wel in haar hart. Jezus ging met ze mee terug naar Nazaret en was zijn ouders onderdanig.

Geen opmerkingen: